Het woord ‘envelop’ betekent in het Frans ‘omhullen’ of ‘omsluiten’ en is afgeleid van het Franse woord ‘envelopper’. Voor de start van de geschiedenis van de envelop moeten we helemaal terug naar 2000 jaar voor Christus. Toen werden papyrus, huiden en kleiblokken als envelop gebruikt. Pas veel later, in de 19e eeuw, toen ook de papierontwikkeling op gang kwam, werd de eerste envelop van papier gebruikt zoals wij deze nu kennen. Deze werden voor het eerst in de handel gebracht door de Brit ‘Brewer’ in 1835.
Enveloppen zijn er in vele formaten, vormen en kleuren. Er bestaan enveloppen met een venster, waardoor als je het adres op de brief plaatst op de juiste positie, de postbode meteen ziet waar de brief naar toe moet.
Voor het versturen van bijvoorbeeld officiële documenten of A4 stukken worden vaak akte-enveloppen gebruikt.
Ook heb je nog de enveloppen die aan de binnenkant met bubbeltjesplastic bekleed zijn. Deze kun je gebruiken voor het versturen van bijvoorbeeld breekbare zaken of cd’s.
Binnenkant bedrukken
Er zijn ook enveloppen met bedrukking aan de binnenkant. Zo wordt de leesbaarheid van de inhoud van de envelop van buitenaf tegen te gaan. Als je dan dus de enveloppe tegen het licht aanhoudt, kan je de inhoud niet lezen.
Grote bedrijven maken vaak gebruik van interne enveloppen met daarop een groot aantal vakjes om een adres in te vullen (kamernummer, afdeling, etc.). Deze enveloppen kun je steeds opnieuw gebruiken door het oude adres door te strepen en in het volgende vakje het nieuwe adres te zetten. Deze envelop is niet geschikt voor extern gebruik.
Op de meeste enveloppen (met uitzondering van vensterenveloppen) wordt door de afzender de naam, het adres (straatnaam, huisnummer, postcode, woonplaats, of postbus, postcode, woonplaats) geschreven of er wordt een etiket geprint. Dit is vooral voor zakelijke post wel wat netter. Op de achterkant kan de afzender zijn eigen gegevens noteren, mochten er dan problemen ontstaan bij het bezorgen dan kan de enveloppe altijd naar de afzender geretourneerd worden. Dit wordt echter door de afzender vaker niet dan wel gedaan.
Bij verzending van de enveloppe kan je gebruik maken van een of meerdere postzegels, deze plak je rechts in de bovenhoek aan de voorkant van de envelop. Zakelijke post wordt vaak gefrankeerd, dit gebeurt op dezelfde plek. Als je post verstuurt naar een antwoordnummer hoef je de envelop niet te frankeren.
Enveloppen plak je meestal dicht met een hechtstrip die dichtgeplakt kan worden of met behulp van de plakrand met gom die is aangebracht op de sluiting van de envelop. Door deze te bevochtigen wordt de plakrand plakkend en kun je deze enveloppen sluiten.